Nederlands
Holländisch
Unsere thematischen Unterrichtseinheiten verwenden Vokabular und Wendungen aus dem Alltagsleben und intelligente Algorithmen zur Optimierung des Lernprozesses.
Die zeitliche Angabe der Videositzungen basiert auf der auf Ihrem Computer eingestellten Zeitzone. Zur Verifizierung der Zeitzone wird die koordinerte Weltzeit in der oberen linken Ecke Ihres Kalenders angezeigt.
Lassen Sie sich häufiger zu Themen befragen, mit denen Sie Probleme hatten, und gehen Sie sie später noch einmal durch.
Personalisiert
Indem Sie weitere Unterrichtseinheiten abschließen, ermöglichen Sie es Polly Lingual, sich besser an Ihre Lernerfahrung anzupassen
Verliert nicht den Anschluss
Die adaptive Befragung erkennt, wann Sie mehr gefordert werden möchten und wann ein Gang zurückgeschaltet werden sollte, damit Ihnen nicht langweilig wird.
Holländisch-Kurs für Anfänger
Cursus Nederlands voor beginners
Begrüßungen
Groet
Wie geht es dir?
Hoe gaat het?
Artikel
Lidwoorden
Soziale Etikette
Etiquette
Leute treffen
Mensen ontmoeten
Ja und Nein
Ja en nee
Subjektpronomen
Voornaamwoorden als onderwerp
Subjektpronomen (unbetont)
Persoonlijke voornaamwoorden (onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Reden über Sprachen
Over talen praten
Sein
Zijn
Das Präsens
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Reguläre Verben
Regelmatige werkwoorden
Haben
Hebben
Farben
Kleuren
Farben II
Kleuren II
Zahlen (11-19)
Getallen (11-19)
Zahlen (20-100)
Getallen (20-100)
Zahlen (100-1,000,000)
Getallen (100-1.000.000)
Tiere (Säugetiere)
Dieren (zoogdieren)
Holländisch Kurs für forgeschrittene Anfänger
Cursus Nederlands voor halfgevorderden
Demonstrativpronomen
Aanwijzende voornaamwoorden
Ordnungszahlen
Rangtelwoorden
Tage der Woche
Dagen van de Week
Monate und Jahreszeiten
Maanden en Seizoenen
Der menschliche Körper
Menselijk Lichaam
Der menschliche Körper II
Menselijk Lichaam II
Gesicht
Gezicht
Hand
Hand
Länder
Landen
Grammatikalische Bezeichnungen
Grammaticale begrippen
Objektpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden (niet-onderwerpsvorm)
Objektpronomen (unbetont)
Persoonlijke voornaamwoorden (niet-onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Holländisch Grammatikkurs
Cursus grammatica van het Nederlands
Artikel
Lidwoorden
Ja und Nein
Ja en nee
Subjektpronomen
Voornaamwoorden als onderwerp
Subjektpronomen (unbetont)
Persoonlijke voornaamwoorden (onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Sein
Zijn
Das Präsens
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Reguläre Verben
Regelmatige werkwoorden
Haben
Hebben
Demonstrativpronomen
Aanwijzende voornaamwoorden
Fragewörter
Vraagwoorden
Zahlen (11-19)
Getallen (11-19)
Zahlen (20-100)
Getallen (20-100)
Zahlen (100-1,000,000)
Getallen (100-1.000.000)
Ordnungszahlen
Rangtelwoorden
Grammatikalische Bezeichnungen
Grammaticale begrippen
Objektpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden (niet-onderwerpsvorm)
Objektpronomen (unbetont)
Persoonlijke voornaamwoorden (niet-onderwerpsvorm, onbenadrukt)
Französisch
Spanisch
Englisch
Italienisch
Deutsch
Portugiesisch